Bea Cox over waardig ouder worden
CORINA SCHIPAANBOORD – “Voor mij hoeft het niet meer.” Of: “Waarom laat Hij mij hier nog?” Zo’n verzuchting kan zomaar bij een oudere over de lippen komen. Als naaste kun je daarvan schrikken. Mag je zoiets wel denken? En hoe moet je daarop reageren? Geestelijk verzorger Bea Cox (61) geeft handreikingen en vertelt wat de kern van waardig ouder worden is.
Vroeger werd er zelden gepraat over het verlangen om te sterven. Het is meer iets van de laatste tijd, vertelt Cox. Ze studeerde theologie en geestelijke verzorging aan de universiteit in Utrecht. “Sinds de komst van de euthanasiewet in 2002 en het Expertisecentrum Euthanasie (voorheen Levenseindekliniek) in 2012 wordt er meer over gepraat en denken mensen er sneller over na.” Bea spreekt voor haar werk veel met bejaarden en weet wat er onder hen leeft. “Ook onder christelijke ouderen komt het verlangen om te sterven voor. Voornamelijk bij mensen boven de negentig jaar. Dan wordt het leven zwaar. Het lichaam doet pijn, ze horen en zien slecht en ze kunnen weinig meer. Het huis uitgaan is vaak al een hele opgave. De mogelijkheden om nog te genieten van het leven zijn beperkt.”
Job
Het verlangen naar het einde is volgens Cox bij veel van deze ouderen aanwezig, maar er wordt niet altijd over gepraat. “Wel hoor je soms de verzuchting dat het allemaal niet meer hoeft. Die gedachte mag er zijn. Ik zou er niemand om veroordelen. Zelfs Job verlangde te sterven. Hij had het niet makkelijk en vraagt in Job 3 of hij mag heengaan, want als hij gestorven is, zal hij rust hebben. Ik snap dat die gedachte er kan zijn, omdat ik zie hoe zwaar het leven vaak is voor heel oude mensen. Het is zeer belangrijk dat zij zoiets delen met iemand die ze vertrouwen.”
“Ook onder christelijke ouderen komt het verlangen om te sterven voor”
– Bea Cox
Luisteren
Bea schrikt nog altijd als ze hoort van iemand die niet meer wil of kan leven. “Dan spreek ik mezelf toe om rustig te blijven en te luisteren. Wat speelt er op de achtergrond? Het is belangrijk om het verlangen serieus te nemen. Je moet het niet afdoen met opmerkingen als ‘dat mag je niet zeggen’ of ‘dat tijd en uur aan God zijn’. Want dan kap je het gesprek af. Er is altijd een reden en als je die weet, kun je daarop ingaan. Ik weet zeker dat het de ander oplucht wanneer je begrip toont. Als mensen die lijden geen begrip krijgen, worden ze wanhopig. Dan hoeft het voor hen al helemaal niet meer. Maar als mensen naar hen luisteren, aandacht tonen en meekijken naar wat er nog wel kan, raakt dat heftige verlangen meer op de achtergrond. Daar zit zo veel waarde in. Dat merk ik elke keer weer. Het gevaar is dat we eraan voorbij gaan en eroverheen praten, omdat we het zelf moeilijk vinden om erover te spreken.”
Kostenpost
Met eraan voorbij gaan, help je ouderen niet bij het waardig ouder worden. Want volgens Bea ligt de sleutel daarvoor met name bij mensen uit de omgeving. “Onlangs vroeg ik aan een oudere dame wat voor haar waardig ouder worden is. Ze zei dat het heel moeilijk is om je waardigheid te bewaren. Je wordt als oudere betutteld, mensen luisteren niet goed naar je en ze gaan dingen voor je regelen, omdat je het zelf allemaal niet meer kunt. Ze gaf aan dat het een strijd is om voor jezelf op te blijven komen en te zorgen dat iedereen in jou toch een waardevol mens ziet. Ik merk dat ouderen boos worden over hoe er met hen wordt omgegaan. Ze worden neergezet als kostenpost. Steeds weer verschijnt in de media dat Nederland vergrijst en dat dit zo’n probleem is. Hoe zorg je er als oudere voor dat je niet wordt gezien als probleemgeval?”
Waarde
Het is bepalend hoe naasten omgaan met ouderen, stelt Bea. “Ouder worden is eigenlijk altijd afhankelijk worden. Je bent aangewezen op mensen in je omgeving. Het is dan te hopen dat die mensen jouw waarde blijven zien. Dat je niet gezien wordt als iemand die oud is en geholpen moet worden, maar vooral als iemand met zijn of haar eigenaardigheden, voorkeuren, eigen levenservaringen en wijsheden. Waardig ouder worden gaat om het menselijk verlangen om gezien en gehoord te worden. Soms ligt dat in alledaagse dingen. Ik kom weleens bij dames die slechtziend zijn geworden. Ze vragen soms of hun haar goed zit, of checken bij mij of de kleur van hun lippenstift bij hun blouse past. Zelf zien ze het niet meer goed, maar het is voor hen belangrijk om er goed uit te zien. Daarop reageren heeft te maken met waardig ouder worden. Maar het gaat ook om grotere dingen, zoals geestelijke zaken. Kun je goed luisteren naar wat belangrijk is voor die ander? Dan voelen ouderen zich serieus genomen en waardig.”
Reactie op de stelling:
Als mensen de vrijheid voelen (in plaatsvan veroordeling) om te spreken over het verlangen te sterven, al dan niet via euthanasie, dan neemt datzelfde verlangen af.
Regie houden en keuzevrijheid zijn kernwoorden van onze samenleving. Ze impliceren namelijk controle over de situatie en dat geeft een zekere rust. Onderzoek naar ‘voltooid leven’ laat zien dat het hebben van een dodelijk middel in de keukenlade nog niet betekent dat dit middel daadwerkelijk wordt ingenomen. Het bezit is al voldoende. Je hebt zelf nog de keus om het te doen. Ik kan me daarom voorstellen dat het uitspreken van een doodswens en de voorbereiding daartoe het concrete verlangen doet afnemen. Dat vind ik positief.
Tot zover sta ik achter de openheid. Het spreken over doodsverlangens kan verzachtend werken. In mijn werk stel ik regelmatig de vraag of de patiënt bezorgd is over het naderende levenseinde. Het benoemen van deze zorg – met soms een geruststellend antwoord – maakt de laatste fase vaak draaglijker. Dat de last van het leven soms te zwaar wordt, herken ik. Ook het uitspreken van die zorg kan verkwikking bieden. En dat mogen we als christen(artsen) doen.
Tegelijk plaats ik een kritische kanttekening. De schroom om te spreken over de dood en het zelfgekozen levenseinde zie ik verdwijnen. Niet alleen in reclamespotjes geven bekende Nederlanders aan hoe graag ze hun levenseinde in eigen regie willen houden, ook tijdens medische huisbezoeken bij ouderen valt (soms) op hoe gemakkelijk de keus voor de dood ter sprake komt. Toen ik een hoogbejaarde vrouw moest screenen voor beginnende dementie, vroeg haar man terloops: ‘Zou ze er een schok van krijgen als ik eerdaags uit het leven stap?’ Hij had alles al geregeld, maar wilde vooraf weten hoe zijn demente vrouw het zou verwerken. Ondanks deze vorm van openheid blijft het belangrijk om vragen rond het levenseinde eerlijk en zonder veroordeling te bespreken.
Dr. Alfred Teeuw, specialist ouderengeneeskunde en theoloog.